SPF-record: De sleutel tot veilige e-mailstandaarden
Geplaatst op 23-05-2024 - gewijzigd op 23-05-2024Als het gaat om e-mailbeveiliging, is SPF een van de belangrijkste maatregelen die je kunt nemen om jezelf te beschermen tegen phishingaanvallen en e-mailspoofing. Maar wat is SPF precies en waarom is het zo belangrijk? In deze blogpost duiken we dieper in op SPF en leggen we uit hoe je het kunt instellen om je e-mailverkeer veiliger te maken.
Wat is SPF?
SPF staat voor Sender Policy Framework en is een e-mailauthenticatiemethode die wordt gebruikt om te controleren of een inkomende e-mail daadwerkelijk afkomstig is van een geautoriseerde verzendende server. Met andere woorden, SPF helpt bij het voorkomen van het spoofen van afzenderadressen door te controleren of de verzendende server is geautoriseerd om e-mails namens een specifieke domeinnaam te verzenden.
Note: Bij e-mailspoofing worden e-mails verstuurd die lijken te komen van een betrouwbare bron, zoals een bekend persoon of een legitieme organisatie. Het doel is meestal om de ontvanger te misleiden om gevoelige informatie prijs te geven, malware te downloaden, of geld over te maken.
Waarom SPF instellen?
Het instellen van SPF voor je domeinnaam is cruciaal om de integriteit van je e-mailverkeer te waarborgen en te voorkomen dat kwaadwillenden je domeinnaam misbruiken voor phishing-aanvallen. Met SPF kun je aangeven welke servers gemachtigd zijn om e-mails namens je domeinnaam te verzenden, waardoor ontvangende servers kunnen controleren of een ontvangen e-mail legitiem is.
Hoe stel je SPF in?
Het instellen van SPF is relatief eenvoudig en kan worden gedaan door een SPF-record toe te voegen aan de DNS-instellingen van je domein. Dit record bevat een lijst met geautoriseerde IP-adressen of domeinnamen die gemachtigd zijn om e-mails namens je domein te verzenden. Je kunt dit record handmatig configureren of gebruikmaken van tools die je helpen bij het genereren van het juiste SPF-record.
ALL
Een belangrijk onderdeel van SPF is het instellen van de "all" qualifier, die aangeeft hoe ontvangende servers moeten omgaan met e-mails die niet voldoen aan de SPF-policy. Er zijn twee gebruikelijke manieren om “all” te gebruiken: ~all en -all.
~all vs. -all
~all (Softfail)
Met ~all wordt aangegeven dat het domein SPF gebruikt, maar dat alle servers die niet expliciet zijn vermeld in het SPF-record worden beschouwd als 'mogelijk' geautoriseerd. Dit betekent dat als een e-mail van een niet-geautoriseerde server komt, de ontvangende server de e-mail niet per se zal afwijzen, maar deze wel als verdacht zal markeren. Het ~all-mechanisme wordt vaak gebruikt in een overgangsfase waarin domeinnaam-eigenaren SPF implementeren en nog niet klaar zijn om alle e-mails van niet-geautoriseerde servers te weigeren.
-all (Hardfail)
Met -all wordt aangegeven dat het domein SPF gebruikt en dat alleen de servers die expliciet zijn vermeld in het SPF-record gemachtigd zijn om e-mails namens dat domein te verzenden. Als een e-mail van een niet-geautoriseerde server komt, zal de ontvangende server de e-mail afwijzen en niet afleveren bij de ontvanger. Het -all-mechanisme wordt gebruikt wanneer een domeineigenaar strikte controle wil hebben over wie namens hun domein e-mails kan verzenden en ontvangen.
Het verschil tussen ~all en -all
Het belangrijkste verschil tussen ~all en -all ligt in de handhavingsgraad. Met ~all geeft een domeinnaam-eigenaar een soepelere benadering van het SPF-beleid aan, waarbij niet-geautoriseerde e-mails als 'verdacht' worden beschouwd maar niet per se worden geweigerd. Aan de andere kant is -all strikter en wijst het direct alle e-mails van niet-geautoriseerde servers af.
Bij het kiezen tussen ~all en -all moeten domeinnaam-eigenaren rekening houden met verschillende factoren, waaronder de complexiteit van hun e-mailinfrastructuur, de risico's van valse positieven en de mate van controle die ze willen hebben over e-mailverzending vanuit hun domeinnaam.
Enkele voorbeelden van SPF-records
Voorbeeld van een SPF record met ~all
v=spf1 include:_spf.example.com ~all
In dit voorbeeld geeft het SPF-record aan dat de e-mail verzonden kan worden vanaf de servers die zijn opgenomen in het SPF-record van "_spf.example.com". Het ~all-mechanisme geeft aan dat andere servers als 'mogelijk' geautoriseerd worden beschouwd.
Voorbeeld van een SPF record met -all
v=spf1 include:_spf.example.com -all
Dit SPF-record bevat meerdere 'include' mechanismen om servers van verschillende bronnen op te nemen. Het -all-mechanisme aan het einde wijst alle andere e-mails af die niet afkomstig zijn van deze geautoriseerde servers.
Voorbeeld van een SPF record met -all
v=spf1 include:_spf.example.com include:_spf.anotherexample.com -all
Dit SPF-record bevat meerdere 'include' mechanismen om servers van verschillende bronnen op te nemen. Het -all-mechanisme aan het einde wijst alle andere e-mails af die niet afkomstig zijn van deze geautoriseerde servers.
Bij het opstellen van een SPF-record moeten domeineigenaren ervoor zorgen dat alle relevante servers zijn opgenomen en dat het record correct is geformatteerd volgens de SPF-specificaties. Het is ook belangrijk om regelmatig het SPF-record te controleren en bij te werken als er wijzigingen optreden in de e-mailinfrastructuur van het domein.
Heb je hulp nodig bij het opstellen of controleren van een SPF-record? Neem dan contact met op met een van onze customer support medewerkers.
Neem direct contact met ons op!
Het kiezen tussen ~all en -all bij het opzetten van een SPF-record hangt af van de specifieke behoeften en vereisten van een domeineigenaar. Het is belangrijk om de verschillen tussen beide benaderingen te begrijpen en zorgvuldig te overwegen welke het meest geschikt is voor de situatie van het domein. Met de juiste SPF-configuratie kunnen domeineigenaren de veiligheid en betrouwbaarheid van hun e-mailverzending verbeteren en het risico op phishing en spoofing verminderen.